Waarom bij de bank blijven beleggen?

Een paar maanden geleden introduceerden wij de Tracker-database. Een erg handige online tool met alle basisinformatie van alle regulier verhandelbare Trackers (ETF’s), ruim 4000 stuks. Althans, ze zouden regulier verhandelbaar moeten zijn, ware het niet dat niet alle Trackers in alle handelssystemen opgenomen zijn van de verschillende banken. Onbewust of juist heel bewust?

Natuurlijk geen man overboord, want wellicht is dat juist de achterliggende gedachte. De belegger vindt een Tracker naar zijn gading in de database, logt in op zijn handelssysteem bij de bank en voert de betreffende ISIN-code in. Het systeem geeft een foutmelding of de tekst dat het product niet bestaat. Vervolgens worden wij gebeld door de teleurgestelde belegger voor tekst en uitleg. U raadt het al, daar zijn we blij mee.

Maar kwalijker wordt het wanneer de bank gebeld wordt door de belegger met de vraag waarom het betreffende product niet gevonden kan worden in het handelssysteem. Helaas volgt dan vaak een apart antwoord. De bankmedewerker weet soms te melden dat het product gewoonweg niet bestaat of nog erger, de medewerker geeft aan dat het dan wel eens een te risicovol product zou kunnen zijn en dat de bank dergelijke risicovolle producten niet wenst op te nemen in het systeem. Maar ja, wanneer je al 30 jaar een gekleurd advies krijgt bij de bank en de onwetende belegger vergoedingen betaalt waarvan hij nog nooit heeft gehoord, zoals de bestandsvergoedingen, dan gaat zo’n verhaal er wellicht ook wel in.

Maar wanneer een bank ‘nee’ verkoopt terwijl het gewoon ‘ja’ is, gaat er gelukkig toch een lampje branden bij veel beleggers. Ze worden argwanend. Want wat is dan de reden dat bepaalde producten niet verhandeld kunnen worden? Natuurlijk, jarenlang werden Trackers überhaupt tegengehouden door de banken om het verdienmodel in stand te houden. Maar nu ontkomen banken er niet meer aan. Enerzijds door de nieuwe wetgeving, zodat bestandsvergoedingen verboden gaan worden. Anderzijds door de publieke opinie, waarbij juist geschreeuwd wordt om indexbeleggingen. De beleggers zijn om, de bank moet om, maar de bank blijkt er eigenlijk niet klaar voor te zijn.

Wellicht is het toch een bewuste keuze van de bank? Immers, de trend is juist dat de banken weer meer en meer overgaan naar eigen huisfondsen. Nu de bestandsvergoeding is weggevallen en er veel partijen overgaan op de zogenaamde all-in-fees, is dat de meest logische zet. Bij een all-in-fee wens je als beheerder uiteindelijk zo min mogelijk transacties te doen, dus bij voorkeur minder goed verhandelbare beleggingsproducten zoals beleggingsfondsen. En dan het liefst beleggingsfondsen uit eigen keuken, daar wordt dan tenminste nog wat aan verdiend. En wanneer je het handelssysteem van de bank vult met goed verhandelbare Trackers, tja, dan bind je de kat op het spek.

Van oudsher geven beleggers die wij spreken veel redenen op om toch bij hun bank te blijven in plaats van over te stappen naar een onafhankelijke beheerder. Die hebben dan over het algemeen bijzonder weinig met beleggen te maken. Meestal gaat het er dan om dat ze reeds 30 jaar bij die bank zitten of dat de man van de tennisvriendin van mevrouw daar werkt. Vrijwel dus nooit om redenen met beleggings-technische inhoud, zoals een proactieve begeleiding, transparante dienstverlening of de objectieve kijk op de markt en beleggen. Maar de laatste maanden begint daar gelukkig verandering in te komen. De belegger schreeuwt om een objectieve houding. Waar zo’n Tracker-database toch allemaal niet goed voor is!

Op September 12, 2013